VANAF DE WAAL DE STUWWAL OP
BESTUUR
Bij bestuur wordt er gekeken naar de verschillende geschiedenis perioden en hoe het land en Nijmegen-Groesbeek specifiek bestuurd werden.
Romeinse tijd
Het gebied rond de stuwwal is in deze tijd dichtbevolkt. Na vestiging Romeinse legerplaatsen kwam bedrijvigheid op gang, onder andere aardewerk, bakstenen en dakpannen. Bij het Holthurnsche hof was hierbij een grote steenbakkerij gevestigd. In literatuur is er sprake van Romeinse villa’s, waarschijnlijk waren dit villa’s met een boerderijfunctie.
Nijmegen lag in Romeins gebied, in theorie was het dagelijks bestuur dan ook Romeins. In de praktijk waren lokale machthebbers vaak Bataven.
Vanaf 358 kwam het gebied onder bestuur van de Franken, zij werden Fouderatti (grensbewakers). Voor de Romeinen was het eigenlijk niet meer mogelijk om de grens zelf te bewaken, door de ineenstorting van het Romeinse rijk verdwenen de Romeinen uit Nederland.
Late Middeleeuwen
In 1247 slaagde Koning Willem van Holland er niet in om zijn schulden af te lossen aan graaf Otto II van Gelre. Omdat Willem Nijmegen als onderpand had ingezet om een lening te kunnen krijgen werd Nijmegen in 1247 deel van het graafschap (later hertogdom) Gelre. Nijmegen werd de hoofdstad van een van de ‘kwartieren’ van Gelre. Vanaf dit moment mochten er ook stadsmuren worden gebouwd, het begin van de vesting Nijmegen.
Door overerving en verovering werd Nijmegen in 1473 deel van het Bourgondische rijk. Later werden dit de Spaanse Nederlanden. Toen de Tachtigjarige oorlog uitbrak lag Nijmegen dan ook in Spaans gebied. In 1591 slaagt Prins Maurits erin om Nijmegen terug naar de Republiek te halen. Bij de reductie van Nijmegen verovert hij Nijmegen op de Spanjaarden.
Vroege Middeleeuwen
Het begin van de vroege Middeleeuwe kenmerkt zich door een grote afname van de bevolking na het vertrek van de Romeinen. Mook, Groesbeek en Nijmegen bleven bewoond. Dit is ook de periode van volksverhuizingen. De Franken bezetten onder andere het gebied rondom Nijmegen. Nijmegen wordt deel van het Frankische rijk en valt dus onder het gezag van de Frankische koningen. De meeste koningen laten een vazal in hun naam regio Nijmegen besturen.
Keizer Karel de Grote besluit om zelf deels vanuit Nijmegen te regeren. Hij laat in 777 een paleis (palts) bouwen op de Valkhofheuvel. Na hem zal er nog een Frankische keizer hof houden in Nijmegen, Frederik Barbarossa. Na zijn vertrek vervalt de functie van Nijmegen als bestuurscentrum.
Nieuwe tijd
Vanaf de reductie is Nijmegen deel van de Republiek. De stad krijgt de functie van vesting. Dit keer dienen de muren van Nijmegen niet om de stad zelf te beschermen, maar om de Republiek te verdedigen tegen gevaar van buitenaf.
Door de bouw van de Hollandse Waterlinie stokt de vernieuwing van de Nijmeegse vestingwerken. Als gevolg hiervan wordt Nijmegen een aantal keer aangevallen. Een voorbeeld hiervan was de verovering door de Fransen in 1672. Hierna wordt er alsnog maar mondjesmaat aandacht besteed aan de vesting Nijmegen. Wel worden een aantal versterkingen aangelegd buiten de stad, zoals schans Knodsenburg. In deze periode is er telkens een sterke aanwezigheid van soldaten in de stad.
In 1795 werd in Nederland de Bataafse Republiek in het leven geroepen. Dit gebeurde onder Franse invloed. In 1806 veranderde dit toen Lodewijk Napoleon door zijn broer en keizer Bonaparte tot koning van Holland werd benoemd. Niet veel later werd Nederland deel van het Franse keizerrijk. Dit duurde tot 1814 toen de Fransen op de vlucht sloegen. Tijdens deze Franse periode was Nijmegen bezet door een groot Frans garnizoen wat een behoorlijke druk gaf op de bevolking.
Vanaf 1814 werd Nederland weer een koninkrijk, deze keer onder de Oranjes. Nijmegen bleef een vestingstad.
In 1875 wordt de vestingstatus van Nijmegen definitief opgeheven, vanaf dit moment mag er buiten de stadsmuren worden gebouwd en krijgt de industrie eindelijk meer ruimte. Nijmegen blijft nog steeds een garnizoensstad waardoor er nog veel soldaten in het straatbeeld te vinden zijn.