VANAF DE WAAL DE STUWWAL OP
LANDSCHAPSSTRUCTUUR
Om beeld te krijgen van de landschapsstructuur is het landschap onderverdeeld in verschillende landschapstypen. Deze deellandschappen zijn gebasserd op de informatie uit het huidige landschap. Met deze informatie zijn twee hoofdlandschappen omschreven: het stuwwallandschap en het rivierenlandschap.
De hoofdlandschappen zijn onderverdeeld in deellandschappen. De deellandschappen van het stuwwal landschap zijn heide- en bosontginningen en kampontginning met esdorpen. Het rivierenlandschap heeft de deellandschappen kommengebied en Nijmegen stad. Hieronder worden de belangrijkste kenmerken van de landschappen beschreven.
Rivierenlandschap
Het opvallendste deel van het rivierenlandschap zijn de meanderende rivierlopen die in bedwang worden gehouden door kribben en dijken. Verder zijn er in het landschap kommen, uiterwaarden en zandgaten te vinden. De ondergrond in het gebied bestaat uit zand en leem dat door de rivier is afgezet.
Er is weinig bebouwing in het gebied door de invloed van de rivier. De bebouwing wordt aangetroffen op de veelal hoger gelegen delen zoals op de oeverwallen. Dit landschap wordt veelal gebruikt voor grondstoffenwinning, weidebouw en transport over het water.
Stuwwallandschap
De stuwwal is een heuvel die in het landschap is ontstaan doordat een gletsjer de grond heeft opgeduwd. De stuwwal kenmerkt zich in het landschap door de langgerekte vorm die grotendeels begroeid is met bos en heide. De ondergrond van de stuwwal bestaat voornamelijk uit opgestuwd zandige en grindige rivierafzettingen. Door het voedselarme zanderige materiaal is landbouw van nature lastig.
De hogere ligging maakt de locatie wel interessant voor bewoning, omdat het gebied niet kan overstromen door rivierwater. De bewoning bevindt zich hoofdzakelijk langs de randen van de stuwwal. Door het toepassen van het potstalsysteem zijn de gronden vruchtbaar gemaakt voor landbouw. Dit systeem heeft het landschapsbeeld aan de randen van de stuwwal sterk bepaald.
Nijmegen stad
Heide- en bossenontginningen op het zand
De hoger gelegen zandgronden waren erg belangrijk voor het potstalsysteem. De bodemvruchtbaarheid werd in stand gehouden door potstalmest een mengsel van dierlijke mest met bosstrooisel of heideplaggen, op de akkers aan te brengen.
De bodem hoogde hierdoor langzaam op. Door de begrazing zijn er open vlakten ontstaan met heide ten koste van het bos. De begrazing werd veelal met schapen gedaan. Het bos oppervlak werd ook minder door de houthandel en pogingen om het bos te herstellen mislukte. Later zijn er planmatig bomen aangeplant om het bos te herstellen en uit te breiden.
De stad Nijmegen ligt grotendeels op de zuidelijke oever van de Waal, op de uitlopers van de stuwwal. Nijmegen is de oudste stad van Nederland en heeft hierdoor een rijke historie. Nijmegen groeit door de jaren heen met onder andere uitbreiding aan de overzijde van de rivier. Dit gebied wordt de Waalsprong genoemd.
Nijmegen is met 176.669 inwoners (1 augustus 2020) inwoners de grootste stad van Gelderland.
Kampontginningen met esdorpen
De bewoning is ontstaan op de puinwaaiers van de stuwwal en langs de beken. Rondom de dorpen zijn verhoogde akkers gevormd. De akkerlanden die in grote complexen bij elkaar liggen, worden essen genoemd. De kleinere ontginningen worden kampen genoemd. Dit landschap kenmerkt zich door de aanwezigheid van veel beplanting langs de wegen en de akkercomplexen.
Op de flanken van de stuwwal en nabij de beken liggen de boerderijen, landgoederen en buitenplaatsen. Potstallen waren belangrijk voor de boerderijen, hier werden veelal schapen gehouden. De mest werd in de stallen verzameld om de akkers te bemesten.
Kommengebied
Het kommenlandschap is een laag en nat gebied. De lagergelegen delen worden beïnvloed door waterstromen afkomstig vanaf de hoger gelegen stuwwal. De ondergrond bestaat uit klei die door de rivier is afgezet. De kommen zijn vrij open maar verspreid is er wat bebouwing te vinden.
De verkavelingsstructuur bestaat veelal uit grootschalige blokverkaveling. Het land wordt vooral gebruikt als hooigrond, weidegrond en akkerland.